Fortis-schikking ‘Made in Holland’ wegens impotente Belgische classactionwet

Ondanks Belgische roots wordt het Fortis-dossier in Nederland beslecht. België moet het met een geamputeerde wet voor groepsvorderingen stellen.

Door Geert Lenssens, advocaat. Pleit in fraudezaken zoals Lernout & Hauspie, Fortis, Arco en Dexia.

Dat onze noorderburen ondernemender zijn is al langer bekend. De braindrain van onze gewesten tijdens de Spaanse inquisitie kan daar natuurlijk voor iets tussen zitten. Maar dat mercantiele genie laat zich opnieuw gelden bij classactions (groepsvorderingen).

België heeft sinds 1 september 2014 ook een classactionwet. Geïnspireerd op het Amerikaanse systeem, alleen heeft men er de meest werkzame bestanddelen uitgelaten. Alsof je een Amerikaanse wagen importeert, maar er een onbenullige motor insteekt, waardoor hij niet eens de berg op kan. Van de Belgische classaction werd van bij de geboorte alles geamputeerd wat nodig was om behoorlijk te functioneren.

Wachtlijst

Zo beperkte men de toegang tot de classactions tot enge categorieën van meestal slapende consumentenorganisaties en garandeerde men dat nieuwe kandidaten op een jarenlange wachtlijst terechtkwamen. Eer ze uit de startblokken konden vertrekken, was hun kans al lang verkeken. Ondernemende burgers en hun advocaten of nieuwe belangengroepen werden gekortwiekt.

Erger nog is dat de economische motor werd uitgeschakeld, door geen succes fee mogelijk te maken en alleen beperkte kosten vergoedbaar te maken als de class-action wordt ingewilligd. Dat is niet altijd zo. Classactions worden ook afgewezen.

Het betekent dat een organisatie zoals Test Aankoop, die wel in aanmerking komt en baanbrekend werk verricht, geen enkel risico wil nemen en uiterst selectief tewerk gaat bij het instellen van een dergelijke eis. Nochtans heeft niemand bij het opstarten van een procedure een glazen bol, omdat de appreciatieruimte van de rechter vaak erg breed is. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van de rechtsbedeling. Dossiers die later hun slaagkansen waarmaken, komen niet eens aan bod.

Nederland
Intussen organiseert Nederland, waar bijna tien jaar eerder de WCAM (wet collectieve afwikkeling massaschade) werd ingevoerd, een heuse markt voor classactions. Nochtans is het Nederlandse model eerder een ‘class settlement action’. De rechter gaat in feite onderlinge akkoorden tussen belangengroepen en ondernemingen homologeren en algemeen bindend verklaren. Dat systeem heeft niet alleen grote voordelen voor de gedupeerden, maar ook voor de ondernemingen. De schadelijke effecten van hun aansprakelijkheid worden zo ingedijkt.

De Fortis-schikking is alweer een toepassing van die inspirerende wet. Voordien waren er al notoire schikkingen zoals de Shell-schikking, de Dexia-schikking en de Vie d’Or-schikking.

Nu zien we dat een dossier, dat weliswaar een binationaal effect had door de toenmalige soortgelijke structuur van Fortis, maar toch onmiskenbaar Belgische roots had, in Nederland wordt beslecht. Dat betekent dat ons rechtssysteem dergelijke dossiers afstoot en structureel niet aankan. Het Fortis-dossier is daarbij niet het enige, want ook andere dossiers zoals Dexia, Lernout & Hauspie en Arco vallen systematisch uit de boot. Dat stemt tot nadenken. Straks moeten alle Arco-aandeelhouders naar Nederland om aan hun trekken te komen.

Commercialisering
De trend zet zich trouwens door want ook in het Dieselgateschandaal schieten in Nederland de stichtingen als paddestoelen uit de grond. Zelfs Amerikanen strijken er neer om een algemeen bindend te verklaren regeling tot stand te brengen. Er wordt al lang niet meer alleen op de Nederlanders gemikt, maar op een mondiaal bindende regeling.

In het kielzog van die ondernemers zitten vaak buitenlandse investeerders die er flink wat geld tegenaan willen gooien in de hoop op een snelle return on investment. Afgeschrikt door rechtszaken in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, waar de achterliggende sponsors tot enorme gerechtskosten werden veroordeeld bij afgewezen classactions, kiezen ze voor het veilige Nederlandse model. De Nederlanders creëren als relatief klein land een mondiaal businessmodel.

Je kan redetwisten over de vraag of zo’n commercialisering een goede zaak is. Ik denk van wel. Alles bij classactions draait rond geld en geld is macht. De enige manier voor grote groepen consumenten, en dat zijn u en ik en onze kinderen, om zich systematisch te verweren tegen de mogols is een dergelijk systeem waar de financiering geen obstakel is.

Intussen moeten we met lede ogen kijken naar de calvarie van de 20.000 slachtoffers in Lernout & Hauspie, om nog maar te zwijgen van de 800.000 bedevaarders in Arco.

Ik zeg niet dat ons land zo ver moet gaan als Nederland. Maar dat dit soort dossiers niet onder een classaction of een soortgelijke wet vallen, is maatschappelijk onverantwoord en een kaakslag voor de toegankelijkheid van Justitie.

Share this post