De Arco-saga begint alle kenmerken te krijgen van een machiavellistische thriller. Er zit een plot in met suspense en er zijn onmiskenbaar daders en slachtoffers. Maar niemand wil van plaats ruilen met de gedupeerden.
Het verhaal gaat over mensen van vlees en bloed, en ze zijn met velen. Dat ze hun geld kwijt zijn, is één zaak. Maar tegelijk zijn de meesten ook een stuk bestaanszekerheid kwijt. Het merendeel zijn kleine verdieners en andere kwetsbare mensen die moeten rondkomen met een karig pensioentje.
Alles samen vormen ze een substantieel deel van de bevolking, dat al jaren aan het lijntje wordt gehouden in een cascade van misleiding, onkunde en chantage. Geen van de beloftes die hen al jaren worden gedaan, werd ooit gerealiseerd. Tweemaal werd hen voorgehouden dat hun spaargeld veilig was. Telkens kwamen ze bedrogen uit. Nu wordt hen gevraagd nogmaals vertrouwen te hebben in diegenen die dat vertrouwen schonden. Dat gebeurt via het plan B, waar de grootste geheimzinnigheid rond heerst.
Het dramatische is dat het intussen al lang niet alleen meer gaat om deze coöperanten of om hun spaargeld. Het gaat in de eerste plaats om het vertrouwen van de burger in de rechtsstaat. De overheid wierp dat vertrouwen enkele weken geleden al in de weegschaal door de rechterlijke macht te bekritiseren in het dossier van het Syrische gezin uit Aleppo. Nu beschaamt diezelfde overheid het vertrouwen van de burger met een illegale belofte om nadien zonder verpinken een braderie te organiseren waar finaal enkel nog aalmoezen zullen resten.
De Florentijnse politicus-filosoof Niccolò Machiavelli schreef vijf eeuwen geleden dat een nieuwe heerser rustig, oordeelkundig en vooral menselijk hoort te handelen. En hij moet er zich tegelijk voor hoeden dat te veel vertrouwen hem niet onvoorzichtig en te veel wantrouwen hem niet onverdraaglijk maakt. Machiavelli stelde met zijn term ‘mantenere lo stato’ (de staat handhaven) echter ook dat politici hun doen en laten moeten afstemmen op een veel hoger doel dat de persoonlijke belangen ver overstijgt. Dat maakt het verschil tussen de politicus en de eerder zeldzame staatsman.
Diametraal
We hebben al de misleiding gehad. Nu komt de verleiding. Bij bepaalde politici moet die erg groot zijn om de nieuwe patstelling te misbruiken om allerlei schimmige eigenbelangen te dienen. Ik ben ervan overtuigd dat de messen al geslepen worden en dat dat achter de schermen ontaardt in een ordinair straatgevecht.
Even verleidelijk is het hanteren van de figuur van de ‘belastingbetaler’ om die dan diametraal tegenover de ‘coöperant’ te zetten, ofschoon de laatste ook de eerste is en daar zelfs representatief voor is. Men vergeet dat de staatswaarborg niet door die belastingbetaler betaald moest worden, maar door het Garantiefonds, dat wordt gespekt door banken en verzekeraars.
Sinds eergisteren weten we dat we die piste wegens de Europese regels kunnen laten varen. De juridische genieën die het systeem achter de gordijnen bedachten, laten niets meer van zich horen. Daar heeft de overheid het vertrouwensbeginsel geschonden en dan is het wel de belasting-betaler die mee het gelag betaalt. De staat staat namelijk op gelijke hoogte met de burger. Wie een fout begaat die leidt tot schade moet in ons land zijn verantwoordelijkheid nemen.
Blamage
De politieke wereld zit met een enorme verantwoordelijkheid. Het vertrouwen van de burger is zoek. Zelden of nooit hebben burgers in dit land zo massaal schade geleden en nooit voordien kreeg de overheid een blamage van zo’n grote bevolkingsgroep. Moeilijk aan te nemen is dat sinds 2011 nog geen enkele beleidsmaker een ernstige poging heeft gedaan om naar de Arco-gedupeerden te luisteren.
Het Arco-dossier wordt na het arrest van het Europees Hof van Justitie dan ook een barometer voor de moraliteit van de politiek. Een testcase voor de ethiek van diegenen die ons land leiden om te zien of ze in staat zijn om over hun partijgrenzen heen oplossingen te zoeken. Dat vergt visie en niveau, maar tegelijk ook een depolitisering en een juridisering van het dossier. Het is een zuivere aansprakelijkheidskwestie. Het spreekt voor zich dat dat alleen maar kan als het getroffen deel van de bevolking echt betrokken wordt bij die onderhandelingen. Dat aan die onderhandelingstafel ook diegenen worden verwacht die de historische verantwoordelijkheid in deze zaak dragen, is al evenzeer duidelijk.
Het alternatief is dat de zaak naar de rechter gaat. Het minste wat de overheid kan doen is een wettelijk kader scheppen zodat de burger de zaak aan de rechter kan voorleggen. Er kwam in 2014 al een wet op de groepsvordering, maar ook daar waren de Arco-coöperanten de vergeten groep. Een reparatiewet die vermijdt dat ons rechtssysteem wordt ontwricht door een procedure met tienduizenden eisers, is een kwestie van elementaire moraliteit.