Door Floor Eelbode
Meer dan 1.000 dokters, tandartsen, vastgoedbedrijven en bierbrouwers verloren miljoenen euro’s aan het Belgische filmbedrijf Corsan. Het proces gaat in het voorjaar van start.
De raadkamer in Antwerpen heeft de bestuurders van het failliete Antwerpse filmbedrijf Corsan – Paul Breuls, zijn broer Johan en zijn echtgenote Marie-Louise Vanthilt – doorverwezen naar de correctionele rechtbank voor onder meer oplichting via het taxsheltersysteem en fiscale misdrijven. Ook twee revisoren, voor wie het openbaar ministerie de buitenvervolgingstelling had gevorderd, werden op vraag van de burgerlijke partijen doorverwezen.
Corsan haalde tussen 2007 en 2016 miljoenen op bij Vlaamse kmo’s, zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen dankzij het taxsheltersysteem, een fiscaal gunstregime dat investeringen in de audiovisuele sector promoot. Het lokte hen met hollywoodiaanse filmprojecten met vedetten als Robert De Niro en John Travolta.
Vanaf 2016 bleek dat projecten van Corsan niet aan de voorwaarden voldeden om een attest van de fiscus te krijgen om de investering fiscaal af te trekken. Meer dan 1.000 gedupeerde investeerders bleven met lege handen achter. De Bijzondere Belastinginspectie en het Antwerps gerecht openden een onderzoek.
Onrust bij revisoren
Advocaat Geert Lenssens, die samen met Philippe Renier een dertigtal gedupeerden vertegenwoordigt, is tevreden dat het proces in het voorjaar van start kan gaan en dat ook de twee revisoren van Corsan-revisor Mazars voor de rechtbank moeten komen. ‘Voor de gedupeerden opent dat nieuwe mogelijkheden om hun geld te recupereren’, zegt hij. ‘Het is van het proces van Lernout en Hauspie geleden dat revisoren gerechtelijk vervolg werden. Dat zal ongetwijfeld onrust creëren in de revisorwereld.’ Naast de strafzaak loopt ook een burgerlijke procedure tegen Mazars.
Lenssens betreurt dat de zaak-Corsan de reputatie van het taxsheltersysteem zwaar beschadigde, maar noemt het ook een noodzakelijk kwaad. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er veel bonafide taxshelterbedrijven actief zijn, maar deze zaak toont dat het nodig was het kaf van het koren te scheiden.’