Film over Keizer Karel komt er toch, maar is “een kaakslag” voor gedupeerden van failliet Antwerps productiehuis Corsan

De deels in Gent gedraaide film Emperor kan na meer dan zes jaar worden afgewerkt. Maar veel zal dat de gedupeerden van het failliete Antwerpse productiehuis Corsan niet opleveren.

Honderden figuranten, een uitgebreide technische crew, oscarwinnaar Adrien Brody en James Bond-regisseur Lee Tamahori waren in de zomer van 2015 in de Gentse binnenstad voor de opnames van de film Emperor. De film over een wraakoefening op Karel V was een groots opgezet spektakelstuk met internationale weerklank. Er werden vooral opnames gemaakt in Tsjechië, maar de filmploeg deed onder ruime mediabelangstelling ook ons land aan. Eind 2016 moest de film in de zalen verschijnen, stond toen op de planning.

Die timing is niet gehaald. Anderhalf jaar na de opnames in Gent is het productiehuis Corsan immers failliet verklaard. Daarvoor liep er al een gerechtelijk onderzoek en had er een inval van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) plaatsgevonden. Betrokken bestuurders, zoals bezieler Paul Breuls, en revisoren moeten zich in februari volgend jaar verantwoorden voor de correctionele rechtbank. Ze worden verdacht van schriftvervalsing, oplichting via het taxsheltersysteem (een fiscale stimulans die aanmoedigt te investeren), inbreuken op de prospectuswet en fiscale valsheden in de periode van 2007 tot 2016.

Al die tijd heeft Emperor, het prestigeproject van Corsan, stof liggen vergaren. Maar de curatoren hebben een biedingsproces georganiseerd dat geleid heeft tot de verkoop van de film. “Vanuit een artistiek oogpunt en gezien al het werk dat er al is ingestoken, is het toch belangrijk dat mensen hem kunnen zien”, vertelt curator Erik Greeve, die schat dat de film 80% tot 90% afgerond is. Zo’n 2 miljoen euro zou volstaan om hem helemaal af te werken.

Tijdloze investering

In theorie is de verkoop van Emperor goed nieuws voor de gedupeerden van Corsan. Greeve: “Dit bedrag komt in het actief van het faillissement dat gebruikt wordt om het passief aan te zuiveren. Al is dat passief wel zeer groot en gaat het hier maar om een druppel op een hete plaat.”

De schade door Corsan werd in het verleden al op meer dan 200 miljoen euro begroot.

Het verbaast advocaat Philippe Renier, die gedupeerden vertegenwoordigt, niet dat de film verkocht geraakt is. Al verwacht hij geen grootse première meer. “Ik zie niet hoe je hier nog een box office hit van kunt maken. Het is meer iets voor het B-circuit of de streamingdiensten.” Vraag is ook of de betrokken acteurs de film nog kunnen of willen promoten.

Volgens curator Greeve was Emperor het waardevolste bezit van Corsan dat teruggevonden werd. Al vindt advocaat Geert Lenssens, die ook benadeelden bijstaat, dat er te weinig gezocht is naar andere bestanddelen van het vermogen door de gerechtelijke autoriteiten. “Waar zijn de filmrechten van de andere Corsan-films naartoe?”, vraagt hij zich onder meer af.

De verkoop van Emperor ziet Lenssens in de eerste plaats als “een kaakslag” voor de gedupeerden. “Want de opbrengst zal door de fiscus worden opgeëist. De gedupeerde beleggers hebben gelukkig andere doelwitten. Gemakkelijk bereikbare zaken zoals een penthouse en een kunstverzameling werden in beslag genomen. Ook de bedrijfsrevisoren en hun verzekeraars zijn in het vizier.”

Corsan-bezieler Paul Breuls kon “op dit ogenblik niet reageren”.  Zijn advocaat Tom De Meester wenste geen commentaar te geven.

Share this post